De bandenspanning controleren is eenvoudig en niet duur. Het is belangrijk de door de fabrikant aanbevolen bandenspanning aan te houden om over- of onderspanning te voorkomen.
• Een te hoge bandenspanning kan leiden tot vroegtijdige slijtage in het midden van het loopvlak.
• Een te lage bandenspanning kan leiden tot vroegtijdige slijtage van de banden in de schouderzone. U verlaagt hiermee de grip van de banden.
De door de fabrikant van uw voertuig aanbevolen bandenspanning
De optimale bandenspanning is door de fabrikant bepaald voor de combinatie van voertuig en banden. Alle prestaties zijn door de fabrikant gecontroleerd met een duidelijk doel voor ogen: uw veiligheid.
Daarom is het absoluut noodzakelijk de door de fabrikant voor uw voertuig aanbevolen bandenspanning te raadplegen. Deze wordt doorgaans als volgt aangegeven:
• op een sticker in de deur(stijl) aan de bestuurderskant,
• aan de binnenkant van de benzineklep,
• of in het instructieboekje van de auto
De aanbevolen spanning voor uw voor- en achterbanden is mogelijk niet dezelfde. U zult ook zien dat er twee soorten bandenspanning worden aangegeven:
• Bandenspanning bij normaal gebruik: dit is de standaard bandenspanning
• Bandenspanning bij maximaal gebruik: moet worden aangehouden wanneer het voertuig bijzonder zwaar beladen is, bijvoorbeeld wanneer u op vakantie gaat.
De bandenspanning wordt aangegeven in de spanningseenheid die wordt gehanteerd in het land waarin u woont: in BAR of in PSI (1 bar = 14,50 psi).